Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

Het simultaan afwikkeling van vorderingen en schulden – RJ 115.305 – Salderen

Wat is nou echt een typisch vraagstuk waarmee je te maken krijgt als assistent-accountant binnen de audit of controlepraktijk.

Casus | Transportbedrijf

Ontvangt teruggaaf energieafrekening (gas) na boekjaar, vastgesteld per brief. Heeft te betalen het energieverbruik (gas) van de maand december en het gebruik zonnepanelen van een andere leverancier. Bij het salderen van de drie line items ontstaat een vordering van 299 EUR. Met inachtneming van de materialiteit en uitvoeringsmaterialiteit is dit geen post waar je aandacht aan gaat besteden. Maar waarom nu juist wel? Ook al leidt dit niet tot een controle verschil.

Wordt vervolgd..


115.3 Verrekenen en salderen

115.3 Verrekenen en salderen

RJ 2022/115.3

115.301

Artikel 2:363 lid 2 BW luidt:

Het is niet geoorloofd in de jaarrekening activa en passiva of baten en lasten tegen elkaar te laten wegvallen, indien zij ingevolge deze titel in afzonderlijke posten moeten worden opgenomen.

Het ‘tegen elkaar laten wegvallen van posten’ wordt ook wel aangeduid met de term ‘salderen’. Het salderingsverbod voorkomt, dat activa en passiva of baten en lasten die per balansdatum deel uitmaken van het vermogen of resultaat van de rechtspersoon, niet in de jaarrekening van de rechtspersoon worden opgenomen. Salderen moet worden onderscheiden van het wettelijke begrip ‘verrekening’ in het vermogensrecht. Verrekening heeft tot gevolg dat vorderingen en schulden ‘tegen elkaar wegvallen’ in die zin, dat zij uit het vermogen van de rechtspersoon verdwijnen zodat zij niet (meer) op de balans van de rechtspersoon kunnen worden opgenomen. (Verrekenen werd ook wel aangeduid met compenseren.)

Verrekening

115.302

Verrekening in het vermogensrecht is een van de wijzen waarop een verbintenis teniet kan gaan. De wettelijke regeling inzake verrekening, die is opgenomen in afdeling 12 van Boek 6 BW, artikel 127 tot en met 141, komt in het kort op het volgende neer.

Indien tussen twee partijen over en weer een vordering en een schuld bestaan, gaan onder bepaalde voorwaarden beide vorderingen en schulden tot hun gemeenschappelijk beloop teniet. De voorwaarden betreffen de bevoegdheid tot verrekening en de vorm van verrekening. In het geval dat tussen twee partijen over en weer een vordering en een schuld bestaan, is een van hen alleen dan tot verrekening bevoegd, indien de beide schulden gelijksoortig van aard zijn, hij bevoegd is tot het betalen van zijn schuld en hij de betaling van zijn vordering kan afdwingen. Is een van de partijen bevoegd tot verrekening, dan vindt verrekening plaats doordat hij aan zijn wederpartij verklaart dat hij zijn schuld met de vordering van de ander verrekent. Voor verrekening is derhalve een beroep op verrekening nodig. De verrekening werkt terug tot het tijdstip waarop de bevoegdheid tot verrekening is ontstaan. Is evenwel over één der vorderingen of over beide reeds opeisbare rente betaald, dan werkt de verrekening niet verder terug dan tot het einde van de laatste termijn waarover rente is voldaan. Indien tussen twee partijen geldvorderingen en geldschulden in één rekening (bijvoorbeeld een rekening-courant) worden opgenomen, vindt verrekening van rechtswege plaats en is op ieder tijdstip alleen het saldo te vorderen of verschuldigd.

De hiervoor weergegeven wettelijke regeling is regelend recht. Partijen kunnen bij overeenkomst van de wettelijke regeling afwijken en zij kunnen verrekening tussen hen geheel uitsluiten. Bovendien bestaat de mogelijkheid dat verrekening door de wet wordt uitgesloten.

115.303

Artikel 2:80 lid 4 BW en artikel 2:191 lid 3 BW bepalen voor de NV respectievelijk de BV dat de aandeelhouder en in geval van niet volgestorte aandelen de voormalige aandeelhouder, niet bevoegd is tot verrekening van zijn schuld uit hoofde van het nemen van het aandeel.

115.304

Indien een vordering en een schuld van de rechtspersoon worden verrekend, heeft de verrekening tot gevolg dat de vordering en de schuld tot hun gemeenschappelijk beloop uit het vermogen van de rechtspersoon verdwijnen. De vordering en de schuld komen voor zover verrekend niet (meer) op de balans van de rechtspersoon voor.

Salderen

115.305

De rechtspersoon dient een actief en een post van het vreemd vermogen gesaldeerd in de jaarrekening op te nemen uitsluitend indien en voor zover:

  • – de rechtspersoon beschikt over een deugdelijk juridisch instrument om het actief en de post van het vreemd vermogen gesaldeerd en simultaan af te wikkelen; en
  • – de rechtspersoon het stellige voornemen heeft het saldo als zodanig of beide posten simultaan af te wikkelen.

Het hiervoor genoemde stellige voornemen kan onder meer blijken uit de gangbare bedrijfspraktijk of usance.


Bron:

https://externeverslaggeving.nl/balans/vlottende-activa/vorderingen/


Wees de eerste om reactie te geven

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *